in de IKEA

ikea

Ik kocht bij IKEA een kast. Bij thuiskomst, na het openritsen van de kartonnen verpakking, het tellen van de schroefjes, haakjes, houten pinnetjes, inbussleutels, plankjes en deurtjes, bleek dat er een poot ontbrak. Daarom zit ik nu bij de klantenservice van IKEA. Het is elf uur. Ik heb nummer N036 en op het scherm staat volgnummer D345. Ik heb het systeem nog niet onder de knie en geen idee of ik nog vijf minuten of drie uur moet wachten voordat ik aan de beurt ben. Een ding is zeker: het is 24 december, IKEA sluit vandaag om vijf uur.

Het achtergrondgejengel van Mariah Carey wordt tijdelijk onderbroken. ‘Ding, dong,’ klinkt het door de luidsprekers, ‘Wil Jozef zich melden bij kassa vier.’

Lunchtijd, ik ben bang mijn nummer te missen en ga niet naar de last minute afhaaldesk om Zweedse balletjes te halen. Aan de tl-verlichting boven mijn hoofd zijn kerstelementen opgehangen; een houten rendier, een fluffige VINTER-kerstman en een enkele hulsttak. Als de buitendeur opengaat, komt een zoete walm van oliebol en poedersuiker de wachtruimte in. De oliebollenkraam staat buiten vlak voor de uitgang, naast de kerstbomenverkoop. Daar kun je Nordmannen kopen voor slechts een euro. Af en toe komt zo’n Nordmann even binnen staan, met Hollandse voeten eronder. Als de voeten weer naar buiten gaan, blijft een spoor van naalden achter. Nummer N021 wordt omgeroepen. Een dame in duur ogend mantelpak en een morsige man begeven zich naar de balie, een kar met een KLIPPAN-bank achter zich aanzeulend. Aan de balie doet zij het woord. Het paar was na mij binnengekomen, het zal nu niet lang meer duren. Naast mij neemt een vader zoon combinatie plaats. De grijzende vader, in klassiek kerstgroene trui vouwt zijn bonnetje open. Ik kijk met hem mee en zie nummer G01. De man kijkt mij aan alsof ik zijn huiswerk heb afgekeken. De zoon, in afhangende spijkerbroek met dopjes in zijn oren, hangt naast zijn vader. In zijn hand een doorzichtig plastic zakje. Ik durf niet te kijken wat er in zit.

Volgens de TJALLA-wandklok boven de balies is het halftwee. Er loopt een dame langs in gele polo met het IKEA-logo op haar linkerborst. Ik spreek haar aan over de status van mijn nummer, het duurt nu toch wel erg lang. Hier kan zij helaas niets over zeggen. ‘Ding, dong,’ klinkt het door de luidsprekers, ‘Wil Maria zich melden bij kassa zes.’

Het is tien over drie, topdrukte bij de klantenservice. De samenstelling van wachtenden op de blauw plastic stoelen verandert voortdurend. Ikzelf blijk de constante te zijn. Een gezin met twee luidruchtige kinderen en een SULTAN-matras is zojuist vertrokken en heeft plaatsgemaakt voor een jong stel met een BILLY-boekenkast in berkenfineer. Nummer T037 is aan de beurt: een oude man met baard met een grote gele kreukeltas met rinkelende inhoud. Hij was slechts een half uur eerder binnengekomen. Een moeder heeft haar dochter in roze kinderwagen naast de gigantische dennenboom geplaatst en het kind probeert nu de ballen uit de boom op te eten terwijl de moeder hoorbaar geniet van een hotdog met frisdrank van twee euro.

Om vier uur rolt een groot gezin een complete BESTÅ kasten-set naar binnen op drie karren. De wachtruimte is in een keer gevuld, niemand kan zijn kont nog keren. De in lappen gewikkelde moeder trekt een nummer, kijkt naar het scherm en heft haar handen ten hemel. Blijkbaar is zij wel op de hoogte van de logica van het nummertjessysteem. Gedwee neemt ze plaats naast haar man. Haar zoontjes bouwen een hut door de karren tegen elkaar te rollen en de kartonnen dozen strategisch erop te leggen. Dan vragen ze om ijs.

Ik heb dorst maar durf niet naar het zelfbedieningspaneel met drie smaken frisdrank te lopen: straks mis ik mijn nummer. Het kan niet lang meer duren, het is inmiddels tien voor vijf. De wachtruimte van de klantenservice wordt steeds leger, wachtenden verdwijnen en er komen geen nieuwe voor in de plaats. Van de tien balies zijn er inmiddels zes gesloten. De oliebollenkraam is dicht en de Nordmann man heeft zijn laatste dennenbomen binnen gezet, een zielig hoopje takken en veel naalden op de vloer. Het ruikt naar bos. Zelfs Mariah Carey, die de hele dag latent op de achtergrond aanwezig was, is uitgezongen.

‘Ding, dong,’ klinkt het door de luidsprekers, ‘Willen de ouders van ‘t kindeke, hem op komen halen bij Småland. De winkel gaat sluiten.’ Het scherm met volgnummers gaat op zwart.

auteur: Sandra Terschegget

Palabras

Redactioneel Overzicht