Geschiedenis
Hoe het begon…
Op 26 juni 1904 werd de Lawn Tennis Club 'De Derde Vijfjarige' (DDV) opgericht ten huize van Prof. Mr Josephus Jitta aan de Keizersgracht 808 te Amsterdam. De oprichters zijn leerlingen van De Derde Vijfjarige H.B.S. aan de Mauritskade. Naast voorzitter Jitta en penningmeester van der Ham zijn er geen overige bestuursleden - niet verwonderlijk voor een club met maar zes leden!
De eerste officiële notulen van de club dateren van 22 december 1907, genoteerd tijdens een bestuursvergadering met destijds als een van de belangrijkste punten de ballotage. Het had heel wat voeten in de aarde voordat een kandidaat-lid zover was dat het 'gevraagd' zou worden. Al snel blijkt dat met uitsluitend leerlingen van de H.B.S de club niet kan voortbestaan, waarop wordt besloten ook niet-leerlingen toe te laten. Aangezien de oprichters ook de school allang hadden verlaten, kan de oorspronkelijke naam niet meer gehandhaafd worden. De afkorting DDV wordt omwille van de traditie behouden, maar zij krijgt een nieuwe betekenis. De heer Admiraal, destijds student Klassieke Talen, bedenkt 'Desidi Deest Valitudo': ‘Den rustende ontbreekt gezondheid' - vrij vertaald 'Rust Roest'.
Accommodatie en groei
De bakermat van DDV ligt in het Oosterpark. In de beginjaren wordt vanwege het stijgende ledenaantal niet alleen de contributie verhoogd tot tien gulden met een inleggeld van twee gulden vijftig, maar wordt er tevens voor de zondagen een asfaltbaan gehuurd op de Schollenbrug. Vanaf dat moment kan men voor het eerst over tennis spreken, met de sport daadwerkelijk op de voorgrond. Behalve onderlinge wedstrijden spelen de D.D.V.-ers wedstrijden die door Festina en T.O.P. in het Vondelpark worden georganiseerd. DDV zelf houdt ook open toernooien, veelal goed bezocht door leden van andere verenigingen.
Gestaag wordt er uitgebreid en in 1913 wordt er voor de woensdagavond en de vrijdagavond een gravelbaan in het Vondelpark gehuurd. Ondanks de Eerste Wereldoorlog neemt het ledental van DDV toe, en daarmee ook de kwaliteit van het spel. Sommige leden winnen al belangrijke wedstrijden, het moment is daar om competitie te gaan spelen.
Maar daar was wel wat voor nodig. Ten eerste moesten er goed bespeelbare banen zijn, wat werd beoordeeld door de Nederlandsche Lawn Tennis Bond (NLTB). Daarnaast was het lidmaatschap van de NLTB verplicht en moest de club over voldoende geoefende spelers beschikken. De eerste twee voorwaarden geven wat moeilijkheden. Zo laat de baankwaliteit te wensen over, maar met vereende kracht wordt de baan op Schollenburg opgeknapt. De scheuren worden gedicht en er komt een nieuw net. En om lid te kunnen worden van de tennisbond moet er een huishoudelijk reglement komen én een Koninklijke goedkeuring van de statuten. Daarvoor moet het voltallige bestuur wel eerst langs het politiebureau aan de Stadhouderskade om een getuigenis van fatsoenlijke bedoelingen af te leggen! Gelukkig wordt op 22 september 1917 de goedkeuring verkregen. Het is dan tijd om diverse commissies in te stellen en een spelreglement op te maken. Er komen zelfs briefpapier en enveloppen met het DDV-logo. Een 'volwassen' DDV is een feit.
Competitie en verhuizing
In 1917 komt DDV voor het eerst uit in de competitie. Al in het eerste competitiejaar wordt de club kampioen van de gehele westelijke tweede klasse. Nog datzelfde jaar promoveert zij naar de eerste klasse, waar de club zich nog vele jaren zal handhaven. Een en ander brengt wel met zich mee dat naar uitbreiding moet worden gezocht. Gezien de oorlogsomstandigheden geen gemakkelijke zaak, maar uiteindelijk krijgt men de beschikking over twee gravelbanen bij het oude stadion. Dit stadion was een reservestadion tijdens de Olympische Spelen en het werd na de Spelen afgebroken. Het bevond zich aan de andere kant van de Amstelveenseweg (thans het Stadionplein), tegenover het huidige Olympisch Stadion. Drie jaar na het eerste kampioenschap worden er door DDV twee banen gehuurd op het pas geopende Eilers Tennispark. Daar blijft de club, tot men in 1928 verhuisd naar het gloednieuwe tennisstadion aan de Amstelveenseweg. Met de ingebruikneming van dit imposante tennisstadion begint voor DDV een periode van grote bloei.
Bloei en de Davis-Cup
In 1921 wordt er een juniorenafdeling opgericht waarvoor later ook een professionele trainer wordt aangesteld. Al snel volgt een van de hoogtepunten uit de clubhistorie: het lustrumjaar 1924 en het dan door DDV behaalde Clubkampioenschap van Nederland. Het is het eerste grote kampioenschap en de club weet deze prestatie maar liefst zes opeenvolgende jaren te herhalen. Hiermee krijgt zij een vooraanstaande plaats in de Nederlandse tenniswereld. Al snel wordt er samengewerkt met andere verenigingen om zodoende gezamenlijk grote wedstrijden te organiseren. De eerste grote wedstrijd die de club krijgt toegewezen is de Davis Cup-wedstrijd tussen Nederland en Finland.
In 1930 organiseert DDV haar eerste toernooi in het nieuwe stadion en weer wint zij het Clubkampioenschap. Een jaar later wordt zelfs de tennisvirtuoos Jan van der Heide als eerste DDV-er kampioen van Nederland.
Het jubileumjaar 1934 is een markant jaar in de geschiedenis van de club. Het blad 'DDV Nieuws' wordt opgericht, als bijdrage tot ‘de groei en de bloei van onze Vereniging'. En er wordt een internationaal toernooi georganiseerd waaraan wordt deelgenomen door teams van de Queen's-club uit Londen en door de Australische en Japanse Davis Cup ploegen. Het is een daverend succes en er zijn bij de in totaal vier wedstrijden maar liefst 7800 toeschouwers!
Er zouden nog meer grote wedstrijden volgen, maar er was nog wel een obstakel. Met de NLTB wordt overeengekomen dat het stadion van DDV slechts in aanmerking komt voor officiële wedstrijden als het puntige dak van het clubhuis verwijderd wordt. Het dak werpt namelijk in de middaguren een storende schaduw op de middelste baan van het Centre Court. Nadat het is verwijderd, krijgt DDV in 1937 de Davis Cupwedstrijd tussen Nederland en Zuid-Afrika toegewezen. Nederland verliest helaas met 0-5.
Moeilijke oorlogsjaren en de tijd erna
Vanaf 1937 tot 1944 wordt DDV elk jaar kampioen van Nederland, met uitzondering van 1941, als de club niet deelneemt aan de competitie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog beleeft DDV een moeilijke periode. De altijd actieve en zeer gewaardeerde voorzitter Marinus Warendorf treedt af, het ledental loopt terug en de baanhuren kunnen niet meer worden opgebracht, zodat tot onderhuur moet worden overgegaan. Tot aan 1949 zal het clubblad ‘DDV nieuws’ niet uitkomen. Trouwens, doordat het ‘DDV Nieuws’ een keer voor driekwart gevuld is met verslagen van autoraces, informeert oud-voorzitter Warendorf vanuit New York belangstellend of DDV nog wel een tennisclub is! Autoraces waren na de oorlog bij de club erg in de mode.
Na de oorlog maakt de oudere tennisgeneratie die DDV beroemd had gemaakt, plaats voor jongere spelers. Bij de dames zijn dat onder anderen Jopie van der Wal en Nel Hermsen en bij de in de hoofdklasse spelende heren L. Krijt, L. Lissauer, G. Holst en J. Volkmaars.
Wat betreft het ledenaantal is 1954 een topjaar. De club telt dan 600 leden, van wie 212 junioren, terwijl vóór de oorlog het ledenaantal rond de 300 schommelde. Ondanks het ontbreken van echte topspelers is DDV dan nog altijd de sterkste club van Amsterdam met in het bijzonder zeer sterk spelende junioren.
Midden jaren vijftig en in de jaren zestig zijn er nog vele hoogtepunten op tennisgebied en DDV handhaaft zich in de hoogste competitieklasse. Echter, na de intreding van het professionele tennis in de jaren zeventig wordt er op een gegeven moment besloten om te stoppen met het betalen van competitiespelers van de hoogste teams. Het wordt te duur. Hierdoor komt het accent meer op recreatief tennis te liggen en gaan de teams op een lager niveau spelen.
De jaren negentig tot nu
De jaren negentig kenmerken zich door langdurige onzekerheid over een mogelijke verhuizing van het tennispark. Het Olympisch Stadion zou gesloopt worden en het ernaast gelegen tennisterrein zou worden afgebroken en worden gebruikt voor woningbouw. Het uiteindelijke besluit is dat DDV wordt verplaatst naar een nieuwe accommodatie aan het IJsbaanpad. Dat ligt hemelsbreed 500 meter verderop aan de zuidwestkant van het gerenoveerde Olympisch Stadion. Anticiperend op deze verhuizing komt het in 2001 tot een fusie tussen Ready '28 en DDV Na de verhuizing spelen beide verenigingen van het oude park door als één vereniging.
In het voorjaar van 2002 is het dan zover. DDV krijgt de beschikking over een prachtig park met vijftien nieuwe en verlichte gravelbanen. De eerste twee seizoenen is het clubhuis een gezellige, houten barak waar menig lid mooie verhalen over kan vertellen. Dit clubhuis diende ter overbrugging van het in aanbouw zijnde nieuwe Frans Otten Stadion, dat in maart 2004 officieel wordt geopend door de tot op heden enige Nederlandse winnaar van Wimbledon: Richard Krajicek. Een hoogtepunt was natuurlijk het honderdjarig bestaan op 26 juni 2004. Een historische mijlpaal die gedurende het hele seizoen op grootse wijze werd gevierd met allerlei jubileumfestiviteiten.
DDV is de laatste tien jaar uitgegroeid tot een actieve en toegankelijke vereniging voor mensen uit alle delen van de stad. Na wat mindere jaren is op het gebied van wedstrijdtennis de weg omhoog weer ingeslagen. Niet door betaald tennis, maar door een sterke binding tussen de club en de spelers, die de club dan ook graag in de competitie willen vertegenwoordigen. De goede sfeer in combinatie met een degelijke organisatie van het wedstrijdtennis heeft een aanzuigende kracht op andere goede spelers. Met onder meer als resultaat het landskampioenschap in 2011 én 2013 van het 1e damesteam in de Eredivisie.
Anno 2015 telt DDV mee in tennissend Nederland, zowel kwantitatief als kwalitatief. De club telt maar liefst 96 competitieteams in voor- en najaarscompetitie. Bij de heren spelen de hoogste teams in de eerste klasse en bij de dames speelt dames 1 op het allerhoogste niveau, de eredivisie.
Een begrip in Amsterdam en ver daarbuiten is het jaarlijks zeer sterk bezette DDV Open Toernooi. Met bijna 600 deelnemers in de categorieën 2 t/m 8 is deelname voor iedereen mogelijk en is er negen dagen lang toptennis te bewonderen op ons park.
In 2014 werd met veel trots het 110-jarig bestaan van de club gevierd. Gedurende het hele seizoen werd hier voor de jeugdleden, de senioren en ook de 55+ leden op gepaste en feestelijke wijze bij stil gestaan met diverse activiteiten. Momenteel is DDV met omstreeks 1650 leden (van wie 350 jeugdleden) één van de grootste tennisverenigingen van Nederland.